Van generatie angststoornis naar generatie hoop

Jonathan Haidt roept met zijn bestseller ‘Generatie Angststoornis’ sterke reacties op. Dat is begrijpelijk, maar niet behulpzaam. Angst voor de smartphone en het verwoestende effect ervan op jongeren verlamt en brengt niet verder. Besteed meer aandacht aan de andere kant: bed jongeren in de geloofsgemeenschap in. Van generatie angststoornis naar generatie hoop.

Het is begrijpelijk dat Jonathan Haidt met zijn bestseller ‘Generatie Angststoornis’ sterke
reacties oproept. Al jaren maken beleidsmakers en pedagogen zich
zorgen: het gaat slecht met de mentale gezondheid van kinderen en jongeren. Bijna
iedereen kent wel een kind of jongere met serieuze psychische problemen. Enorme
wachtlijsten en een onbetaalbare jeugdzorg komen op ons af. Hoe kan het dat onze, over
het algemeen, welvarende jongeren steeds vaker vastlopen en geen perspectief meer lijken
te zien?


Haidt lijkt in zijn boek een eenvoudig antwoord te geven: begrens telefoongebruik en laat
kinderen vrij buiten spelen. De reacties op zijn boek gaan vooral over dat eerste deel: zijn
stelling dat mentale problemen van jongeren veroorzaakt worden door social media. Er is
zowel herkenning – zie het artikel in het ND – als gefundeerde kritiek van vooraanstaande
wetenschappers. Door al deze stevige woorden over de invloed van digitalisering op
mentale gezondheid, vergeet je bijna dat Haidt ook een stevig pleidooi voor ‘spirituele
verheffing’ (spiritual elevation) voert. Terwijl juist kerkelijke gemeenschappen daar iets mee
kunnen – of zelfs mee móeten. Kerken hebben goud in handen en ze hebben de opdracht
om er juist in deze – bijna letterlijk – godvergeten tijd voor jongeren te zijn. Maar daarvoor is
een houding van geloof, hoop en liefde nodig. Niet één van blinde paniek.


Paniek
De paniek doet ons denken aan de film Erin Brockovich, waarin een advocate knokt om de
fabriek te stoppen die willens en wetens het grondwater in een Amerikaans plattelandsdorp
vervuilt. In een sleutelscene zie je hoe Erin een vrouw in haar eigen huiskamer van het
slechte nieuws probeert te overtuigen. Je voelt het groeiende besef van de moeder: het
water dat ze in en rond haar huis gebruiken, is de oorzaak van alle bloedneuzen, de
breekbare botten en de kanker in haar omgeving. De fabriekseigenaren, werkgever van het
hele dorp, en de dokter, betaald door die fabriek, logen dus toen ze zeiden dat het geen
kwaad kon! Je ziet hoe haar ontkenning en ongeloof plaats maken voor angst. In paniek
roept zij haar nietsvermoedende kinderen uit het zwembad in de tuin. Eruit! Nu! Natuurlijk
een kansloze actie, want je ontkomt niet aan het water waarvan je leeft.


Hoop en perspectief
Eenzelfde onmachtig, paniekerig gevoel kan je overvallen als je het boek van Jonathan
Haidt leest. Het is nogal wat, de cijfers en het duistere perspectief dat hij schetst. Koppen als
‘Je kind vernietigt zichzelf op de smartphone’, zoals boven het artikel in het ND van vrijdag
14 maart, dringen zich aan je op. Kun je je tieners nog veilig opvoeden in een wereld waar

de smartphone en social media de norm zijn? Ook als christelijke opvoeders, thuis, in kerken
en op school, kun je zomaar in de stress schieten. Het is waar, de problemen die Haidt
schetst en de oorzaken die hij noemt verdienen actie. Mentale problemen zijn echt en social
media is poel van troebel en vervuild water. Goede regulering is nodig. Gelukkig is daar
meer aandacht voor. Tegelijkertijd is het goed om naar de relativerende stemmen van
andere sociaal psychologen en deskundigen te luisteren. Social media is voor veel jongeren
ook een zegen, vaak juist als ze mentale problemen hebben. Hoogleraar
ontwikkelingsneurowetenschap en auteur van Het Puberbrein Eveline Crone stelt dat
mentale gezondheid veel complexer is dan Haidt doet vermoeden (zie NRC, 12 mei 2024).
Daarom voeren wij liever een pleidooi voor hoop en perspectief. Want geloof ons, we
hebben een beter verhaal dan de angst voor een epidemie!


1) Kerken hebben goud in handen
Haidt heeft veel positieve aandacht voor religie en geloofsgemeenschappen. In hoofdstuk 8
van zijn boek laat hij overtuigend zien dat kinderen en jongeren die ingebed zijn in
religieuze gemeenschappen en gewend zijn aan praktijken zoals bidden en naar de kerk
gaan, mentaal weerbaarder zijn. Jongeren hebben, zo schrijft Haidt, een ‘God-vormig gat’ in
hun hart, dat in onze geseculariseerde samenleving leeg blijft. Juist dit gebrek aan
spiritualiteit in de opvoeding maakt volgens hem dat jongeren richtingloos zijn. Als
christelijke gemeenschappen kunnen we richting bieden. We weten Wie ons kan vervullen
met een vrede die alle verstand te boven gaat. Dit is geen kennis die we in onze broekzak
hebben, maar genade waarvan we vrij mogen delen. Een boodschap die niet van ons is,
maar heil voor de wereld biedt. Zowel voor de jongeren die ingebed zijn in onze
gemeenschap en voor hen die snakken naar die vervulling in hun leven.
Concreet: de ignatiaanse spiritualiteit leert ‘no formation without repetition’, geen vorming
zonder herhaling. De gewoonte van bidden, het geven van je gaven, naar de kerk gaan lijkt
misschien saai en niet zo betekenisvol, maar is van wezenlijk belang in de karaktervorming
van jongeren. Neem ze mee, houd vol! De structuren zijn er, maak daar gebruik van. Als
kerken hebben we goud in handen!

2) Er is hoop!
Hoewel de positieve aandacht van Haidt voor spiritualiteit en religieuze gemeenschappen
weldadig aandoet, roept het ook vragen op. Haidt identificeert zichzelf als atheïstische jood.
Maakt de sociaal psycholoog geloven niet heel instrumenteel? Het zijn niet zomaar
praktijken, rituelen en gemeenschappen die heilzaam zijn; ze zijn het vanwege de God die
we dienen. Hij is het die ons hoop geeft. Als we de Bijbel lezen, leren wij mensen er altijd
een zootje van maken – dat deden we al in de barbaarse tijd van het Oude Testament en in
de wrede Romeinse tijd waarin Jezus en Paulus leefden. Onze tijd van voortschrijdende en
soms beangstigende technologie met kwaadwillige algoritmes is daarin niet anders.
Tegelijkertijd mogen we geloven dat er hoop is. Het koninkrijk van God is hier, wij mogen
eraan bouwen in het vertrouwen dat Jezus het ooit zal voltooien. Dit is een boodschap die
we ouders en jongeren mogen meegeven. We voeden op jongeren niet zomaar op, we
voeden ze op tot mensen die navolger van Jezus zijn.
Concreet: vertel kinderen en jongeren over de grote daden van God (psalm 78). Over wie
Jezus is en wat Hij deed. Dat kunnen verhalen uit de Bijbel zijn, maar ook uit je eigen leven.

En vraag hen hoe ze zelf de liefde en genade van Jezus ervaren. Gewoon heel in het klein,
in het leven van elke dag.

3) Stop met navelstaren: we hebben zoveel uit te delen.
Alle aandacht voor de – reële – gevaren van social media kan onze blik vertroebelen. Haidt
beschrijft ook uitgebreid hoe we in het offline leven een cultuur van overbescherming voor
jongeren gecreëerd hebben. Angst voor tegenslag en wantrouwen naar vreemden werken
verlammend. Hoe helpen we kinderen op een gezonde manier risico’s afwegen en nemen?
Hoe leren we ze verantwoordelijkheid nemen? Gelukkig gaat het met de meeste jongeren en
het overgrote deel van de gezinnen in Nederland wél goed. Kinderen en jongeren zijn van
nature veerkrachtig. Laten we als ouders, jeugdleiders en andere opvoeders jongeren
aanmoedigen om met lef en vertrouwen uit te delen van wat we gekregen hebben.
Concreet: Wat als we stoppen met kijken naar wat fout kan gaan en ons meer bewust
worden van de overvloed die we te delen hebben? Dat kan heel eenvoudig. Bijvoorbeeld
door jongeren bij je aan tafel uit te nodigen die thuis niet vaak samen met anderen eten. Of
door als jeugdgroep samen online de kerkdienst bekijken met eenzame ouderen.


Generatie hoopvol
Het boek en het onderzoek van Jonathan Haidt zijn waardevol en een belangrijke
gespreksaanjager. Maar zodra Generatie Angststoornis angststoornissen bij opvoeders
aanjaagt, gaat het mis. We mogen leven vanuit de hoop die in ons is en daarvan uitdelen
aan de jongeren in onze gezinnen, onze kerken, scholen en in onze wijk. Vanuit deze basis
kunnen we bijdragen aan een Generatie Hoopvol.

Dit artikel verscheen om het Nederlands Dagblad van 21 juni 2024. Geschreven door Saskia de Graaf, Alliantieleider jonge generaties bij MissieNederland en Nelleke Plomp, theoloog, gespecialiseerd in jonge generaties en kerk

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *