Hoop houden kan hard werken zijn. We leven in een tijd vol zorgen over de wereld waarin onze kinderen opgroeien, over mentale problemen van jongeren en de gevolgen van sociale media. Geen onterechte zorgen. Toch is hoop voorleven aan de volgende generatie juist nu onze opdracht. Hoe? Door samen met jongeren in te zetten op verbinding, het oefenen van aandacht en getuigen van de hoop die in ons is.
Dit artikel is een bewerkte versie van de lezing op het EH Symposium Generatie Angststoornis?! op 7 november 2024. Foto: André Dorst.
De Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt snijdt in zijn bestseller Generatie Angststoornis herkenbare issues aan. Hij stelt dat jongeren te veel worden beschermd in het échte, fysieke leven en juist te weinig in het online leven. Haidt koppelt daarnaast de enorme toename van het aantal jongeren met mentale problemen aan de opkomst van social media. Sinds tieners massaal een smartphone bezitten, is de mentale gezondheid van met name meisje enorm gedaald. Het boek is ook in Nederland populair: het is herkenbaar, goed onderbouwd én beangstigend! Tijdens het lezen kreeg ik regelmatig een knoop in mijn maag. Ook míjn kinderen zitten meer dan mij lief is op hun mobiel. Wat doen al die filmpjes, informatie en prikkels met hen?
Generatie Zelfvertrouwen
Gelukkig is Haidts Generatie Angststoornis niet de enige bril om de opgroeiende generatie te bekijken. Hersenwetenschapper Eveline Crone en onderzoeker Renske van der Cruijsen geven in hun boek Generatie Zelfvertrouwen helder, goed onderbouwd en nuchter inzicht in de ontwikkeling van tieners en adolescenten. Zij stellen dat de hersenen van jongeren gemaakt zijn om met veranderingen om te kunnen gaan. Ook orthopedagoog Levi van Dam en hoogleraar studentenwelzijn Marjolein van de Pol relativeren de nadruk die er nu op mentale problemen van jongeren liggen. Moeilijkheden horen bij het leven en met de meeste adolescenten gaat het gelukkig goed. Deze wetenschappers ontkennen de complexiteit van onze samenleving niet, maar hebben vertrouwen in de veerkracht en flexibiliteit van onze jongeren.
Perspectief van hoop
De thematiek raakt. Dat is logisch. We zien in de samenleving, maar ook om ons heen, in onze kerk, in de klas of in het eigen gezin hoe tieners worstelen met stress, eenzaamheid en sombere gevoelens. Of we komen juist gelukkige en evenwichtige jongeren tegen en denken: maken we ons niet veel te druk? Zorgt al die aandacht voor mentale problematiek júist niet voor meer problemen? Het is goed om als opvoeder – (groot)ouder, jeugdleider, leerkracht – kennis te nemen van de verschillende inzichten. Jonathan Haidt en de Nederlandse wetenschappers helpen ons daarbij. Toch mis ik, als theoloog én als christelijke opvoeder, een belangrijk perspectief binnen alle stemmen. Dat is het perspectief van de hoop. Hoop die verankerd is in Christus.
Christelijke hoop
Uit de Bijbel leren we dat hoop betekent dat je alles van God verwacht. Het is een woord vol vertrouwen en geloof. Hebreeën 10: 23 zegt: ‘Laten we zonder te wankelen datgene blijven belijden waarop we hopen, want Hij die de belofte heeft gedaan is trouw.’
Deze hoop is realistisch, maar niet pessimistisch. Juist middenin moeilijke tijden, in schijnbare uitzichtloosheid, worden we opgeroepen om op God te blijven vertrouwen. Als christenen weten we immers dat in deze wereld ellende realiteit is. We weten: sinds we als mensen kozen om zélf te bepalen wat goed en kwaad is, is deze wereld gebroken. Geld en macht zijn aanlokkelijk, kwetsbare mensen worden onder de voet gelopen. Ook wij zijn onderdeel van deze wereld. We lezen erover in de Bijbel, we zien het in de geschiedenis. Wij kunnen als mensen de wereld niet redden. Maar! Wij zijn niet zonder hoop. God belooft alle dingen nieuw te maken. Er komt een nieuwe aarde. Hier en daar zien we Gods koninkrijk al doorschemeren. Dat is onze hoop! Niet dat de wereld voor onze kinderen altijd een fijne plek zal zijn, waar ons harde werken beloond zal worden. Maar wel dat God bij ons is. Bij jou, bij onze jongeren. Elke dag. Tot aan de voleinding van de wereld. Hij is erbij. Ook als je het leven nu niet ziet zitten of als je God lijkt kwijt te zijn.
Wat betekent die hoop?
Dit vertrouwen is de basis van waaruit kinderen kunnen opgroeien tot hoopvolle volwassenen. Ik noem drie kernwoorden die richting kunnen geven in het opvoeden en begeleiden van jongeren:
- Verbinding
Het individu is de afgelopen decennia steeds centraler komen te staan. Zelfredzaamheid, zelfontplooiing, ‘worden wie je bent’. Die nadruk heeft groei en vrijheid gebracht, maar begint steeds meer te schuren. Bestaande sociale verbanden zijn kwetsbaarder geworden. Uit recente cijfers blijkt dat nog ongeveer 30% van de jongeren betrokken is bij een religieuze gemeenschap. Gezinnen worden kleiner en opvoeden is iets waar je als ouder zelf verantwoordelijk voor bent. Wat je gelooft en hoe je leven vormgeeft, mag je zelf kiezen. Dat lijkt vrij, maar het kan voor jongeren – en hun opvoeders – voelen alsof je los in de ruimte zweeft. We zijn als mens namelijk niet als los individu geschapen, maar gemaakt om in verbinding te leven. Met God, met andere mensen, met de wereld en met jezelf. Ook niet-gelovige wetenschappers noemen het gemis aan ‘sociale instituties’ zoals de kerk als een verklaring van mentale klachten. In het boek Generatie Angststoornis wordt zelfs een heel hoofdstuk gewijd aan de kracht van religieuze praktijken en gemeenschappen. Haidt – zelf atheïst – verwijst onder andere naar een onderzoek over jongeren in orthodoxe joodse gemeenschappen. Hieruit bleek dat deze jongeren vaker gelukkig zijn en minder mentale problemen hebben. Oorzaken hiervoor zijn dat deze jongeren deel uitmaken van een gemeenschap die op regelmatige basis fysiek bij elkaar komt om te vieren. Ze zijn ingebed in een traditie, met markeringsmomenten om toe te groeien naar volwassenheid en waarin ze leren om zélf verantwoordelijkheid te nemen. Elementen die we als kerkgangers herkennen.
Natuurlijk is een gelovig leven geen truc om gelukkig te worden. Dat we verbinding zoeken met God, de ander en onszelf, is niet omdat we er zelf beter van worden, maar om te leven tot eer van Hem. Maar deze aanmoediging vanuit onverwachte hoek kan wel helpen om jongeren aan te moedigen bij de kerk betrokken te blijven en handen en voeten aan hun geloof te geven.
Onlife leven
Waardevolle verbindingen zijn trouwens niet per se offline. Voor Generatie Z lopen online en offline door elkaar: ze leven onlife. Ik moet hierbij denken aan mijn dochter van 16, die op haar zolderkamer met haar schoolvriendinnen gamet. Laptop voor de neus en daarnaast haar telefoon waarmee ze aan het beeldbellen is. Met haar vriendinnen kletst ze over school, over hun game, over het leven. Als ik haar kamer binnenkom – uiteraard eerst kloppen – heb ik meteen de kans om die meiden te ontmoeten. Zonder deze digitale middelen had ik ze misschien nooit gezien.
Hoopvol opvoeden betekent jongeren helpen met het aangaan van waardevolle verbindingen. Als opvoeders kunnen we ze op plekken brengen waar ze kunnen wortelen. Een kerkelijke gemeente, een fijne school, familie en vrienden aan wie ze zich kunnen spiegelen. Sociale media kunnen hierbij helpen, maar ook juist een afleiding zijn. Jonge tieners hebben begrenzing nodig, oudere tieners steeds meer ruimte. Mooi om met elkaar in gesprek te gaan: wat helpt en wat belemmert jou om te zorgen dat je in verbinding blijft met God, de ander en jezelf?
- Aandacht.
Attention is the beginning of devotion, schreef de dichter Mary Oliver. Aandacht is het begin van aanbidding, van toewijding. Wie de Bijbel leest, leert dat God zich vooral laat kennen in momenten, gebeurtenissen of mensen die gemakkelijk over het hoofd te zien zijn. God is aanwezig in de stilte. Hij kiest zwakke, onaanzienlijke mensen uit om het evangelie te vertellen. Het Koninkrijk wordt vergeleken met een mosterdzaadje en met een schat die verstopt is. Je hebt aandacht nodig om Gods hoopvolle werk in deze wereld te ontdekken.
Aandachtig leven is niet vanzelfsprekend, zeker niet voor jongeren. Van nature zijn de hersenen van tieners en adolescenten zo afgesteld dat ze snel afgeleid zijn. Jongeren geven zelf aan dat ze social media vaak gebruiken als afleiding. Focus is iets wat je moet leren en de smartphone helpt daar niet echt aan mee.
Oefenen
Aandacht is dus iets wat je moet oefenen. Iets wat niet vanzelfsprekend gaat, maar wel veel oplevert. Want, hoe fijn is het om in een flow je werk te kunnen doen of om jezelf te verliezen in een urenlang gesprek met een vriend. Juist omdat dit dus niet vanzelfsprekend is, een aantal suggesties om jongeren te helpen met aandacht te leven.
- Life Rules, een initiatief van de Evangelische Omroep en de Christelijke Hogeschool Ede. Met onder andere tien praktische leefregels, podcasts en een whats app community helpen ze jongeren om ‘niet geleefd te worden, maar te leven’.
- Zie de kerk als aandachtsoefening. De kerk, en de kerkdienst specifiek, is op heel veel vlakken totaal tegenovergesteld aan wat ‘normaal’ is in onze cultuur. Je bent samen met mensen die je niet zelf hebt uitgekozen, van buiten je eigen bubbel. Je voegt je in een vorm, een liturgie, die je niet zelf bedacht hebt. Er is weinig afleiding en het is elke week ongeveer hetzelfde. Je hoeft er niets, maar je hoort er wel helemaal bij. Wat een fantastische aandachtsoefening!
- Joy of missing out! Een van de dingen die stress opleveren bij jongeren is FOMO: Fear Of Missing Out. Jongeren die zich betrokken voelen bij een gemeenschap, goede sociale contacten hebben en die hun eigenwaarde niet aan anderen ontleden, hebben minder last van deze stressfactor. Ook geven jongeren die hun telefoon vaker wegleggen aan dat hun FOMO afneemt. Logisch, als je niet weet wat je mist, mis je het vaak ook niet. Een mooi voorbeeld is een kerk in Amerika waar tieners 28 dagen lang vasten van hun telefoon én tegelijkertijd meer aandacht aan God, familie en de kerk besteedde. Door dit met elkaar te doen, ervoeren ze het vasten niet als een enorme opgave, maar als herwonnen vrijheid en vernieuwde spiritualiteit. Ook mét telefoon kun je trouwens aandachtig leven. Pas vertelde een vriendin dat ze tijd had ingepland om na een druk weekend achterstallige appjes te beantwoorden. Zo maakte ze – op de tijd die haar uitkwam – échte aandacht voor de mensen die haar geappt hadden.
- Geen vorming zonder herhaling. Dit is een wijze les uit de Ignitiaanse spiritualiteit. Als je wilt dat iets een gewoonte wordt of als je ergens goed in wilt worden, zul je het moeten oefenen. Aandachtig leven vraagt oefening, geduld en doorzettingsvermogen. Als opvoeders zullen we jongeren daarmee moeten helpen. Heldere regels zoals: leg je telefoon beneden voor je gaat slapen, geen telefoon tijdens het eten, doe één ding tegelijkertijd. En houd jezelf als ouder hier ook aan!. Hoe vaak ik mijzelf betrap met mijn telefoon in de hand terwijl ik de trap oploop…. Daar mogen mijn kinderen mij op aanspreken.
- Blijf weg bij het schuldgevoel. Dit geldt zowel voor ouders als voor jongeren. De tech companies achter sociale media hebben de beste psychologen en sociologen in huis. Ze hebben verstand van hoe ons brein werkt en zetten alles in om zo lang mogelijk onze aandacht vast te houden. Dat is hun verdienmodel. Het is logisch dat het je als individu – of ouders – niet lukt om dat te weerstaan. Dat is geen gebrek aan zelfbeheersing of karakter, maar gewoon menselijk. Het is goed als er meer centrale afspraken en regelgeving komt om bedrijven en onszelf te begrenzen. Maar laten we alsjeblieft mild en genadig naar onszelf, naar andere opvoeders en naar onze jongeren zijn. Zoals een meisje zei: ‘Elke dag zonder twitter is mooi meegenomen.’
- 3. Delen
Hoopvol leven nodigt uit om uit te delen, om te getuigen van de hoop die in ons is. Als ik om me heen kijk naar gezinnen en jongeren die kerkelijk betrokken zijn, denk ik: wat hebben we veel gekregen! De meeste jongeren in mijn gemeente groeien op met beide ouders, hebben het materieel en emotioneel goed én zijn onderdeel van een kerkelijke gemeenschap waar ze kaders meekrijgen en horen dat ze geliefd zijn. Om het wat ouderwets te zeggen: dat is onverdiende genade. We hebben genoeg om uit te delen. Een risico van een boek als Generatie Angststoornis is dat we gaan navelstaren en doemdenken. Dat capabele opvoeders en jongeren die zich gezond ontwikkelen een schuldgevoel en een druk voelen, waardoor ze vooral op zichzelf gericht raken.
Hoogleraar christelijke filosofie Richard Steenvoorde roept ons op om ‘hoopverlener te worden in onze ontwortelde samenleving, mensen die in woord en daad leven vanuit het Koninkrijk van God’.
Hoe? Jongeren hebben hier zelf vaak de beste ideeën voor. Eveline Crone noemt jongeren game changers, ze zien allerlei nieuwe mogelijkheden en oplossingen en stellen de vragen die volwassenen niet meer stellen. Geef jongeren de kans om game changers van de hoop te zijn. Vraag aan je eigen kinderen, je klas of jeugdgroep waarvoor ze dankbaar zijn, waar ze wanhoop tegenkomen in hun omgeving en hoe ze daar hoop kunnen brengen. Jongeren opvoeden tot hoopvolle mensen betekent ook vertrouwen. Vertrouwen dat God ook met hen meegaat en hen helpt om hoopverlener te zijn, midden in de weerbarstigheid van deze wereld.