Preken doe je samen

Als het om jongeren en preken gaat, kunnen we wel wat omdenkkracht gebruiken. Ik houd van omdenken. Je kent het wel, die oneliners die je aanmoedigen om een ingewikkelde zaak eens van een andere kant te bekijken. Omdenken geeft op een vrolijke manier ruimte. Je doet een stapje achteruit, houd je hoofd een beetje schuin, kijkt door je oogharen en ineens zie je wat je niet eerder zag.

Voor de goede orde, omdenken is niet simpel. Er is genoeg om vast-te-denken. Je zou maar jongere zijn in deze tijd én je hebben toegewijd aan een leven met God. Als je een van deze jongeren bent, moet je niet alleen zien te dealen met indringende beelden van oorlog, klimaatcrisis, vluchtelingen en met een onzeker toekomstperspectief, maar ook nog eens met een krimpende en zoekende kerk. En je zou maar predikant, voorganger of jeugdwerker zijn van deze jongeren. Geluiden van crisis en tekort klinken overal. Omdenken, hoe doe je dat? 

Wachten op God

In de Missionaire Trendrede van 2024 roept Theoloog des Vaderlands Kees van Ekris op om te gaan omdenken door ideegeneratief te gaan handelen: met elkaar gaan zitten, de crisis en de complexiteit recht in het gezicht kijken en met elkaar praten over de trage en moeilijke vragen. Op zo’n manier dat er ruimte ontstaat om de grondwoorden van het geloof weer te laten wortelen in onze concrete, lokale context. Dit resoneert met wat de Amerikaanse theologen Andrew Root en Blair Bertrand ‘wachten op God’ noemen in hun gelijknamige boek. Weg blijven van steeds maar nieuwe plannen, projecten en activiteiten, maar met de gemeenschap die er is luisteren en ontdekken wat God aan het doen is. Niet bezig zijn met de vraag wat we moeten doen om jonge generaties in de kerk te krijgen of te houden, maar: ‘hoe kunnen we onze mensen helpen om de levende God te ontmoeten in een seculiere tijd?’ 

Volgens de Britse theologe Clare Watkins is kerk het gezamenlijk dóen van het leven in Christus. Kerk omvat een constante, dynamische interactie tussen theorie en praktijk, tussen theologisch geschoolde stemmen en ‘gewone’ gelovigen. Die gezamenlijkheid zie je terug in homiletische theorieën waarin de preek als driehoek geduid wordt, een samenspel tussen predikant, hoorder en tekst waarbinnen de Geest kan waaien. Preken is dus samenwerken! 

De moed van het luisteren

Als het om jongeren en preken gaat, is het een goed begin om te bedenken hoe je zelf naar een preek luistert. Met welke gedachten, gevoelens en verwachting begin jij? En lukt het om te blijven luisteren? Als ik eerlijk ben, begin ik vaak vooringenomen en kritisch. Voordat een predikant aan haar of zijn preek begonnen is, heb ik al een mening over de inhoud gevormd door het uiterlijk en accent van de voorganger. De Amerikaanse theoloog William Willimon  schreef het boek ‘Listeners dare: hearing God in the sermon’. Hij spreekt onder andere over de moed van het luisteren. 

Goed luisteren vraagt aandacht en training. En het vereist, zo zegt Willimon, wederzijdse agency. Agency betekent handelingsmogelijkheid, de vrijheid om zélf keuzes te maken binnen een bepaald sociaal kader. In het geval van de preek benoemt Willimon agency als kiezen voor actieve en bewuste overgave. Luisteren vraagt overgave, zowel van de spreker als van de luisteraar. Als je écht gaat luisteren, loop je namelijk het risico om dingen te horen die je leven op z’n kop kunnen zetten. Het vraagt vertrouwen – in elkaar én in de Geest – dat er ware woorden gesproken gaan worden én dat ze kunnen landen in geopende harten. Bewust zijn van je eigen agency en van wat het vraagt om te luisteren, is niet vanzelfsprekend. 

Respect dus, voor die jongeren die in de kerk zitten! Dat mag je best eens tegen ze zeggen. We mogen jongeren bewust maken dat het moed vraagt om te luisteren en dat het logisch is dat het soms ingewikkeld is. (Want hé, dat vinden wij als volwassenen zelf ook!) Misschien is het helemaal niet zo gek om als kerken aandacht te besteden aan luister-training. Bijvoorbeeld door ouders bewust te maken dat zij een rol kunnen spelen in het betrekken van hun kinderen bij de kerkdienst, al vanaf een heel jonge leeftijd. Geef ze niet te snel een Duckie tijdens de preek, maar een paar luistervragen. Er zijn tieners die een schrift of bullet journal meenemen om aantekeningen te maken. Dat is mooi. Luisteren is actief stilzitten. Geef de tiener naast je in de bank maar af en toe een por of een knipoog; he, dit gaat over jou! 

Korte nacht

Moed om te luisteren betekent ook erkennen dat zowel preken als luisteren complex is. Ja, je mag hoge verwachtingen hebben. We geloven dat God kan en wil spreken door de woorden die klinken. Tegelijkertijd is de werkelijkheid weerbarstig. Voor jongeren die soms een korte nacht achter de rug hebben en een korte spanningsboog hebben is het vaak al ingewikkeld om hun gedachten bij de preek te houden, laat staan om écht te luisteren. Zelfs als een predikant zich heel goed voorbereidt en alle preken-voor-tiener-tips volgt.

De preek gebeurt buiten de preek

Jongeren kunnen een preek beter ‘horen’ als ze dit als onderdeel van een groter geheel ervaren. Denk aan een preekvoorbereiding tijdens de club, een spontaan persoonlijk gesprekje in de supermarkt met de predikant, een voorbeeld uit het dagelijks leven dat terugkomt tijdens de kerkdienst. Het onderzoek Growing Young laat zien dat een catchy preek of de vorm van de kerkdienst vrijwel niet uitmaakt om betrokken te blijven bij een gemeenschap. Serieus genomen worden, een warme gemeenschap en een heldere boodschap bleken veel belangrijker. Een patroon dat ik terugzie in mijn onderzoeken en in gesprekken met jongeren. Door net te doen alsof de kerk vooral de kerkdienst is en de kerkdienst vervolgens te reduceren tot de preek, doe je de werkelijkheid tekort! De preek is onderdeel van een groter geheel. 

Ik denk dat we de preek zowel óver- als onderwaarderen. De verwachting dat elke preek iets nieuws, bruikbaars of levensveranderend zou moeten bevatten is onrealistisch. De preek is slechts één vorm waarin het Evangelie verkondigd wordt. Catechisatie,de koffie na de dienst of het opknappen van een tuin van een oudere dorpsgenoot zijn evenzeer momenten om te leren wat het leven als volgeling van Christus betekent. Tegelijkertijd is de preek wel een beproefd en krachtig middel. Inzetten op een preek die voedzaam, gevarieerd en aantrekkelijk is, is belangrijk. Maar de woorden hebben waarschijnlijk meer impact als ze zijn ingebed in andere momenten. Het helpt jongeren om te luisteren én om de woorden toe te passen als ze zelf hebben meegedacht, als de voorbeelden en thema’s herkenbaar zijn in hun eigen leven of als ze achteraf kunnen doorpraten. 

Show ánd tell

De kerk is als het goed is de plek waar we met elkaar oefenen om leerling van Christus te zijn. Het verlangen om je in geloof over te geven aan Gods genade, kun je als predikant, jeugdwerker of ouder niet maken – helaas. Maar je kunt het wel degelijk aanwakkeren, door hen serieus te nemen, maar vooral – zo zeggen jongeren –  door te laten zien hoe jij gelovig leeft, met vallen en opstaan. Echt contact en geproefde authenticiteit kan voor jongeren het verschil maken om een boodschap serieus te nemen, om te blijven. 

Geef jongeren de kans om te zien, ervaren hoe jij als predikant, voorganger of jeugdwerker van God houdt, van Zijn kerk en hoe je in je dagelijks leven ploeterend achter Jezus aangaat. En moedig jongeren aan om te kijken, luisteren, observeren. Om door de lastige taal en rare vormen heen te horen waar geloof werkelijk over gaat. Geef ze de kans om mee te denken, vragen te stellen of inzichten te delen die je zelf nog niet had. Gewoon, door ze op te zoeken en te vragen: kun je meedenken, meehelpen? Want preken doe je samen. 

Dit artikel verscheen in Onderweg, oktober 2024

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *