De kerk als heilzaam tegengif

Rust; ontmoetingen met mensen van buiten je bubbel; ruimte voor kwetsbaarheid en gebrokenheid; verbondenheid met een groter verhaal dat je niet zelf bij elkaar hoeft te bedenken; hoop én realiteitszin. Het zijn elementen waar veel mensen in onze samenleving naar snakken. Het zijn óók elementen die in de kerk te vinden zijn – dat is in ieder geval de bedoeling. Toch weten weinigen de weg naar de kerk te vinden. Dat is zonde! Tijd voor een heilzaam charme-offensief voor de kerk.

Pas overkwam het me weer. In de trein raakte ik in gesprek met een jonge vrouw – student scheikunde. Ze vroeg me wat ik in het dagelijks leven deed. Ik vertelde iets over mijn werk als theoloog, over kerk en jonge generaties en ik vroeg aan haar of zij iets met kerk of geloof had. Er ontstond een gesprek over de kerkpijn van haar moeder, maar ook over haar warme herinneringen aan communie doen. Over de waarde van gemeenschappen en over haar vrienden, die zich zo vaak eenzaam voelen en druk ervaren omdat ze hun eigen sociale leven moeten vormgeven. ‘Misschien is die kerk toch zo gek nog niet’, zei ze. 

Een week eerder had ik een soortgelijk gesprek met vriendinnen. Leeftijdgenoten die hoegenaamd zonder kerk en geloof zijn opgegroeid, een paar zijn atheist. Ik vertelde dat mijn man bevestigd was als ouderling en dat leverde oprechte nieuwsgierigheid in het fenomeen kerk op. Het was best een uitdaging om alle vragen jargonloos te beantwoorden. Toch gebeurde het zomaar: het beeld van de kerk als beknellend instituut vervaagde in ons gesprek. Ik proefde lichte heimwee naar gedeelde waarden en een groter verhaal in de samenleving. Er was lichte jaloezie over gegronde kaders bij het opvoeden van tieners. ‘Als ik jou zo hoor vertellen’, zei een vriendin, ‘denk ik: misschien is die kerk toch zo gek nog niet.’ 

Vlak onder de oppervlakte

Bijzonder, zulke gesprekken? Mijn ervaring is juist dat zulke momenten vlak onder de oppervlakte liggen. Het vraagt slechts twee dingen. Eén: laten merken dat je gelovig kerkganger bent en twee: een oprechte, open vraag naar wat de ervaringen van de ander met kerk en geloof zijn. Ik ben geen straatevangelist, mensen de kerk in praten of overtuigen dat ze redding door Jezus nodig hebben, is niet mijn doel. Maar ik houd wel van gesprekken die ergens over gaan. En ik houd van de kerk, de gemeenschap van mensen ‘doing life in Christ’ (een definitie van de Britse ecclesiologe Clare Watkins). De gemeenschap waarin we al struikelend samen Jezus volgen. Ik gun het meer mensen om aan te haken en mee te struikelen.   

 

Tegengif

Waarschijnlijk ben ji, als lezer van Onderweg, betrokken bij een kerkelijke gemeente. Dan ben je, net als ik, onderdeel van een minderheid in Nederland. Een groep die door steeds minder mensen herkend en begrepen wordt. Een minderheid die ook nog eens krimpt. Vaak is de reflex op deze (dreigende) verlieservaringen zelfkritiek en naar binnen gerichtheid. We worden onzeker en maken ons klein, of we klampen ons juist vast aan wat we hebben en maken een front naar ‘de wereld’. Begrijpelijk, maar ook jammer. Want in een samenleving waar veel jongeren en ouderen eenzaam, angstig en depressief zijn, het wantrouwen groeit en dreigende rampen veel mensen lijken te verlammen, heeft de kerk het in zich om tegengif te zijn. Niet omdat wij zo’n fantastische club zijn, maar door het evangelie van Jezus Christus. Het goede nieuws van vertrouwen op Hem, de erkenning van je eigen zondigheid en de gebrokenheid van de wereld én weten dat je in Christus geliefd bent; een nieuwe mens die uit hoop mag leven in vrede. 

Diepe levenskwesties

Dit evangelie is is niet los te krijgen van de gemeenschap van gelovigen, van alle eeuwen en alle plaatsen, waarbij iedereen mag aanhaken. Een gemeenschap die vorm krijgt in concrete plaatsen. In bijeenkomsten, tradities en rituelen. Denk aan de kerkdienst, aan gespreksgroepen of activiteiten waarin je praktisch omziet naar je naaste. Plekken waar je kunt plaatsnemen, meedoen en samen kunt zingen. Momenten van betekenis, voor jezelf en voor anderen. De kerk is de plaats waar je je ergert aan je radicale of juist twijfelende broeder of zuster, maar met diezelfde broeder of zuster de maaltijd van de Heer deelt. Waar in onze samenleving vind je open – gratis! – plekken waar je het over diepe levenskwesties kunt hebben met mensen van verschillende generaties en sociale achtergronden? Keer op keer laten onderzoeken zien dat veel jongeren en volwassenen worstelen met de enorme keuzevrijheid en doorgeslagen autonomie. Christenen natuurlijk net zo goed als niet-gelovigen. Maar als Jezus-volgers hebben we vanuit de Bijbel en de traditie heilzame antwoorden en vormen om hier ook in de huidige maatschappij mee om te gaan.

Volgorde

Natuurlijk ben ik ietwat vooringenomen, maar steeds vaker denk ik: wat zou het ons land goeddoen als meer mensen de kerk (her)ontdekken en ín die kerk de Heer van de kerk! Dat mag ook best in die volgorde. Uit de verhalen van nieuwe gelovigen blijkt dat hun geloofsreis vaker dan gedacht begint bij onderdeel worden van een christelijke gemeenschap – belonging – of bij de praktijk van kerkgang – behaving. Pas gaandeweg ontdekken ze dat ook zijn gaan geloven – believing. God bleek al in hun leven te werken voor ze dat zelf doorhadden.

Aanstekelijk

Enthousiasme werkt aanstekelijk en begint in kerken zelf. Waarom vragen we niet vaker aan elkaar wat maakt dat we op zondagochtend een kerkgebouw binnenstappen? Wat we waarderen aan de kerk? Wat we missen als we een tijdje niet aanwezig zijn? Waarom zijn we richting jonge mensen niet vaker trots op onze geloofsgemeenschap en vragen we aan hen wat maakt dat zij zich thuisvoelen? Niet omdat de kerk per se leuk is, of insta-waardige momenten oplevert. Maar júist omdat een geloofsgemeenschap een prachtige oefenplaats is voor mooie en ingewikkelde waarden. Denk aan trouw, oog voor de ander die anders is, zelfrelativering, doorzettingsvermogen. Waarden die in onze maatschappij misschien niet voor het oprapen liggen, maar wel gewaardeerd worden. Je ziet het in het enthousiasme en de trots van mensen die een online detox aangaan of voor een marathon trainen en in de waardering voor mensen die vijftig jaar getrouwd zijn. Zijn we ons als kerkgangers bewust hoeveel van deze waarden de kerk te bieden heeft? En ook dat als het goed is geldt voor élke christelijke gemeenschap. Een dorpskerk met dertig ‘grijze koppen’ net zo goed als een gemeente waar alle generaties ruimschoots vertegenwoordigd zijn. 

Voor de duidelijkheid: een heilzaam charme-offensief betekent niet dat de kerk de hemel op aarde is. Niet ‘kom naar de kerk en je problemen zijn over’. Daarvoor is de realiteit te weerbarstig en te vaak pijnlijk. Ook als we enthousiast over de kerk zijn, hoeven we die realiteit niet te ontkennen of relativeren. Als het goed is, is dat juist een van de heilzame pluspunten van een kerkelijke gemeenschap: we wéten dat we tekortschieten, dat we vergeving nodig hebben, maar we blijven toch zoeken naar het goede.   

Delen

Het imago van de kerk en persoonlijke negatieve ervaringen kunnen maken dat mensen bewust de kerk links laten liggen. Maar inmiddels leven we in een maatschappij waarin de meeste mensen óf geen ervaring hebben met de kerk óf zonder al te veel pijn wegegeleden zijn van hun geloofsgemeenschap. Wat zou er gebeuren als we wat vaker zouden vertellen wat het betekent om deel uit te maken van een geloofsgemeenschap? Gewoon enthousiast, vol zelfvertrouwen, maar zonder oordeel of arrogantie. Wat als we iets minder bescheiden of bang voor afkeuring zouden zijn? Heel gewoon, open en uitnodigend delen hoe jouw kerkelijke gemeenschap je helpt om een goed leven te leiden. Zonder pretenties of verwachtingen delen van de hoop die in je is en het vertrouwen dat de Geest ook nu nog werkt. Oh, en vergeet mooie ontmoetingen niet te delen met je kerk-genoten. Let maar eens op hoe aanstekelijk zo’n heilzaam charme-offensief is!

Dit artikel verscheen in Onderweg, juni 2024

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *